Protocollen op BPV

Ik vind het belangrijk dat er protocollen zijn.
Het is goed dat er volgens vaste afspraken wordt gewerkt in specifieke situaties (bv. brand, ziekte of overlijden).Als iedere werknemer de beschikking heeft over actuele protocollen worden misverstanden voorkomen.
Om steeds het actuele protocol te hebben kun je ze beter niet uitprinten maar lezen op intranet.


Definitie van het woord protocol volgens wikepedia.
Een protocol is een gedragsovereenkomst, meestal in de vorm van een aantal uit te voeren stappen.


De definitie op de site van Stichting Fatima:

een gedragsovereenkomst meestal in de vorm van een aantal uit te
voeren stappen die betrekking heeft op het gedrag van mensen in een
specifieke situatie (zoals een brand).


Op het intranet van Fatima staan alle protocollen beschreven. 
Op Hoef 6 is een map met protocollen
De protocollen die in de map op Hoef 6 zitten heb ik hieronder vermeld.



  • Wat te doen bij acute ziekte van een client.
  • Wat te doen bij het overlijden van een client.
  • Beleid inzage reanimeren.
  • Toepassing middelen en maatregelen (BOPZ).
  • Brandveiligheid.
  • Protocol cameratoezicht. 
  • Preventie van verbranding en verdrinking tijdens het baden en douchen.
  • Bejegening en gedragscode Fatima.
  • Hoe te handelen bij een epileptische aanval.
  • Protocol vermissing clienten.

Twee protocollen die op Fatima geregeld gebruikt worden zijn hieronder beschreven.
Ze geven een logische volgorde van te nemen stappen weer.




De werkinstructie protocol vermissing client.

1. Op een woning wordt geconstateerd dat een cliënt zoek is. Je gaat eerst zelf in alle ruimten van de woningen kijken. Je gaat bij de buren en in de directe omgeving kijken of de cliënt daar is. Is de cliënt daar ook niet, dan dient tijdens kantoortijden contact opgenomen te worden met desbetreffende clustermanager en buiten kantoortijden met de BBHD.
Woongroepen zijn zelf verantwoordelijk voor de informatie betreffende cliënten die weglopen en ook om deze up-to-date te houden.
Deze lijst is aanwezig in de wachtruimte.
2. Je belt de clustermanager of BBHD en zegt dat je een cliënt kwijt is. Het volgende moet je doorgeven:
  • de naam van de cliënt en kenmerken van de cliënt;
  • hoe lang de cliënt al weg is;
  • welke kleding de cliënt aan heeft;
  • Plekken waar de cliënt vaak/graag is;
  • op welke plekken men al gezocht heeft;
Deze gegevens staan ook nog in een daarvoor bestemde map, met name voor de bekende weglopers.
3. De clustermanager of BBHD roept via de intercom om dat een cliënt zoek is en of iedereen die weg kan op de woning zich wil melden in de wachtruimte. De mensen die gaan zoeken, worden gevraagd een mobiele telefoon mee te nemen. Tijdens kantoortijden kunnen ook medewerkers die op kantoren werken worden opgeroepen.
4. De clustermanager of BBHD geeft de woning opdracht om nogmaals alle ruimten van de woningen goed te doorzoeken.
5. De clustermanager of BBHD stuurt alle mensen, die zich melden, naar een bepaalde plaats toe om daar te zoeken en schrijft op wie, waar gaat zoeken. Mensen die buiten het terrein gaan zoeken, krijgen een richting aangegeven waarheen ze moeten zoeken (zie lijst daarvoor).
6. De clustermanager of BBHD zegt er met het uitdelen van de PZI-ontvangers (indien er geen mobiele telefoon is) bij, dat het bereik van de PZI-ontvangers maximaal 5 á 6 km is, en dat iedereen zich na ± 20 minuten weer moet melden in de wachtruimte voor nieuwe instructies, indien de cliënt nog niet gevonden is. (nummers van de mobiele telefoons noteren en zo contact met elkaar onderhouden).
7. Mensen die met de auto weggaan, gaan met twee personen.
8. Als de cliënt gevonden is, wordt dit aan de clustermanager of BBHD gemeld en deze informeert alle zoekenden via de PZI of mobiele telefoon.
Via de PZI wordt de code 0000000 (cliënt gevonden) gebruikt. Laat de telefoon 2x overgaan.
9. Alle zoekenden melden zich af bij de BBHD in de wachtruimte. De clustermanager of BBHD wacht net zolang tot iedereen die gezocht heeft, terug is en bedankt iedereen voor de hulp.
10. Als de cliënt nog niet gevonden is, geeft de clustermanager of BBHD de mensen nieuwe instructies:
  • opnieuw mensen op de woning laten zoeken;
  • bij de buren zoeken;
  • opnieuw mensen het terrein laten afzoeken;
  • routes nogmaals afrijden.
11. Als dit gebeurd is, wordt na ca 30 minuten zoeken de sectormanager (tijdens kantoortijden) of achterwacht (buiten kantoortijden) op de hoogte gesteld. De sectormanager of achterwacht kan de opdracht geven om de politie te bellen.
12. Op het moment dat de sectormanager of achterwacht op de hoogte en aanwezig is, neemt deze de verantwoordelijkheid t.a.v. deze calamiteit over van de BBHD.
Na ca 1 uur zoeken, worden personen afgewisseld bij de zoekacties.
In de wachtruimte staat een ordner ’24-uurs bereikbaarheid’. Hier zit het volgende in:
  • per woning een korte beschrijving en een pasfoto van cliënten die wel eens weglopen;
  • formulieren A en B;
  • plattegrond van Fatima.
Als mensen van ‘buiten’ bellen met de vraag of wij een cliënt kwijt zijn, dan wordt hun naam, adres en telefoonnummer genoteerd zodat zij teruggebeld c.q. bedankt kunnen worden.








Protocol Cameratoezicht.

1. Naam van het document:
Procedure: Cameratoezicht
2. Toepassingsgebied.
Dit document is van toepassing op alle woningen en locaties van Fatima, waar camera’s ter observatie van bewoners geplaatst zijn/worden.
3. Doel van het document.
Doel van dit document is om duidelijk te beschrijven aan welke voorwaarden een verzoek om cameratoezicht moet voldoen, wie hierbij betrokken moeten zijn en hoe de uitvoering plaats moet vinden.
4. Definities
Activiteit: Een handeling in het kader van een proces waarmee een bijdrage wordt geleverd aan het te behalen doel van het proces. De uitvoering van de activiteit wordt beschreven in een werkinstructie of procedure.
Procedure: Een reeks (werk) instructies die op volgorde moeten worden uitgevoerd met als doel kwaliteits- en vastleggingsmomenten te borgen.
Documenteigenaar: De persoon die het document beheert en opstelt of laat opstellen.
Domeineigenaar: De domeinverantwoordelijke binnen wiens domein het document wordt toegepast.
Kwaliteitsmanager: De functionaris die de kwaliteit van de uitvoering van de processen ondersteunt en verantwoordelijk is voor de vorm van de daar binnen gebruikte documenten.
5. Beschrijving protocol.
Inleiding
Binnen Fatima worden we geconfronteerd met een vraag naar camera toezicht.
Dit betreft zowel vragen over continue toezicht gedurende de nacht of momenten op de dag als ook vragen over incidenteel toezicht om een probleem of vraag te verhelderen. Vragen kunnen zowel vanuit het wonen als de dagbesteding naar voren komen. Daar bij het plaatsen van camera’s privacy aspecten een belangrijke rol spelen, wordt in deze procedure vastgelegd wanneer er cameratoezicht toegepast mag worden en hoe een verzoek hiertoe aangevraagd dient te worden.
Privacy
Toezicht door middel van een camera maakt per definitie inbreuk op de privacy van de cliënt en de privacy van de medewerker. Het is van belang dat begeleiders en behandelaars zich dit realiseren en ook een zekere terughoudendheid betrachten alvorens hiertoe over te gaan.
De reden waarom er tot cameraplaatsing overgegaan dient te worden moet goed beargumenteerd worden en het moet duidelijk zijn dat andere, minder ingrijpende werkwijzen niet voldoen.
Ten allen tijde dient bij de betrokken medewerkers bekend te zijn dat er (tijdelijk) een camera geplaatst is, dat collega’s mee kunnen kijken of dat gedurende de nacht/avond de camera in werking treedt als er beweging in de ruimte plaats vind. Dit laatste is natuurlijk vooral van belang voor de medewerkers van de nachtdienst en de bereikbaarheidsdienst.

Redenen voor cameraplaatsing.
Voor medische redenen en ter observatie kan er alleen gebruik gemaakt worden van cameraplaatsing.

In de zorg voor de cliënt kan het om verschillende redenen zinvol zijn het gedrag van de bewoner gedurende kortere of langere tijd te observeren. Elke plaatsing is in principe tijdelijk.
Dit kan variëren van 1-2 weken bij een gerichte vraag naar onderzoek of een halfjaar bij een meer permanente vraag. Verlenging is slechts mogelijk indien dit in een zorgplanbespreking aan bod is geweest.
In de volgende gevallen is er sprake van een zinvolle reden:
Medisch:
Observatie van epileptische toevallen t.b.v. medische behandeling.
Onderzoek naar oorzaak van slaapproblemen.
Toezicht gedurende de nacht om andere medische redenen.

Ter observatie:
Onderzoek naar oorzaak van gedragsproblemen.
Onderzoek naar uitwerking van voorgeschreven of veranderde medicatie
Zorgondersteunend:
Toezicht kunnen houden op cliënt in zijn of haar persoonlijke ruimte, zoals de zitslaapkamer,
waardoor de begeleiding kan beoordelen wanneer ze ondersteuning
of zorg moet bieden.
Ter ondersteuning en controle bij de uitluisterapparatuur in de nacht
Vaststellen indicatie voor cameratoezicht indien een gedragskundige en/of arts hiervoor schriftelijk een indicatie heeft
afgegeven. In geval van zorgondersteunende redenen is de clustermanager degene die toestemming geeft. Tevens is toestemming van de wettelijk vertegenwoordiger een vereiste.
Het is van belang dat een dergelijk besluit in samenspraak met de begeleiders gemaakt wordt en dat bij de persoonlijk begeleider een aantal zaken bekend zijn:
op welke vraag wil je een antwoord?
welke vorm van cameratoezicht is wenselijk (infra rood, beelden opnemen of alleen beelden doorgeven, continue of alleen bij beweging)?
hoelang is plaatsing gewenst ?
wie gaat de beelden bekijken en beoordelen?
wat gebeurt er na afloop met de vastgelegde beelden?
Spoed
Soms kan het noodzakelijk zijn dat toezicht of observatie onmiddellijk gestart wordt. Ook dan geldt dat dit op uitdrukkelijk verzoek van de arts of gedragskundige gebeurt.
In dergelijke gevallen is mondelinge toestemming van de wettelijk vertegenwoordiger voldoende als voorloper op de uiteindelijke schriftelijke toestemming.


Nachtelijk toezicht.
Binnen enkele woningen wordt gebruik gemaakt van langdurig nachtelijk toezicht zodat de nachtdienst continue of op afroep beelden ziet van de cliënt. Deze beelden zijn niet bedoeld voor opname maar om adequaat handelen gedurende de nacht te bewerkstelligen. De mogelijkheden qua aantallen hierin zijn zeer beperkt gezien de bezetting van de nachtdienst en de technische mogelijkheden.

Beknopt protocol aanvragen cameratoezicht
1. Indien men in multidisciplinair overleg van mening is dat cameratoezicht noodzakelijk is om medische of gedragskundige redenen, geeft de betrokken arts of gedragskundige hier een indicatie voor af. Dit gebeurt d.m.v. het indicatieformulier.
2. De persoonlijk begeleider van de cliënt informeert de ouders / wettelijk
vertegenwoordiger hierover en legt de vraag ter goedkeuring aan hen voor. Hij stuurt hen het hierboven bedoelde formulier toe ter ondertekening.
3. Dit dubbel ondertekende indicatieformulier wordt bewaard in het dossier van de cliënt (medisch of PPD-dossier).
4a. Tijdelijke plaatsing van een camera:
De persoonlijk begeleider dient een verzoek bij de clustermanager in voor plaatsing van een camera. Dit gebeurt middels het hiervoor bestemde formulier. In overleg met de technische dienst wordt gekeken wanneer de camera geplaatst kan worden.
4b. Permanente plaatsing van een camera:
Via de clustermanager doet de persoonlijk begeleider d.m.v. een investeringsaanvraag een verzoek voor aanschaf van een camera. Hierbij wordt het indicatieformulier meegestuurd en wordt de technische dienst om advies gevraagd welke camera nodig is. Na toestemming van de clustermanager wordt de technische dienst gevraagd de camera te installeren.
5. In alle gevallen van camera toezicht worden betrokken medewerkers door de persoonlijk begeleider op de hoogte gebracht van de plaatsing zodat zij weten dat er opnames plaatsvinden of beelden doorgegeven worden. Medewerkers die werken in de ruimte waar een camera geplaatst is moeten toestemming geven voor het feit dat er opnames gemaakt worden. Dit gebeurt middels het hiervoor bestemde formulier
Denk hierbij ook aan medewerkers buiten de woning die betrokken kunnen raken bij de toezichtmogelijkheid, bv. de nachtdienst, bereikbaarheidsdienst of
activiteitenbegeleiders.
6. De gedragskundige of arts instrueert de begeleiders op welke momenten de camera aangezet kan/moet worden. Dit wordt ook beschreven en in het zorgplan van de cliënt vastgelegd.
7. Indien er sprake is van permanent toezicht, wordt dit regelmatig geëvalueerd door de betrokkenen, doch minimaal 2x per jaar tijdens de zorgplanbespreking. De persoonlijk begeleider zorgt ervoor dat dit onderwerp op de agenda geplaatst wordt.
8. Samen met de arts of gedragskundige die de indicatie afgegeven heeft worden de opnames bekeken. Na gebruik is de arts of gedragskundige verantwoordelijk voor het bewaren van de opnames.
6. Bij dit document behorende kwaliteitsdocumenten
Reglement Privacy Cliënten Stichting Fatima
Reglement Privacy Medewerkers Stichting Fatima
Formulieren cameratoezicht




Geen opmerkingen:

Een reactie posten